Profetisch spreken
In oktober was ik een paar dagen in Nederland. Ik bezocht onder andere een studiedag van het predikantenplatform ‘Op Goed Gerucht’ met als onderwerp ‘Kerk en Politiek 2.0’. De kernvraag was of het niet tijd wordt dat de Kerk weer profetisch durft te spreken. Zoals Joost Röselaers het elders in Kerknieuws in zijn column verwoordt: ‘De kerk staat voor een radicale boodschap van gastvrijheid en liefde. Dat mag worden uitgedragen.’ Maar hoe doe je dat in dit kille en verharde politieke klimaat? In een wereld waarin leiders toch vooral roepen dat we niet de indruk mogen wekken gastvrij te zijn en dat we streng moeten zijn in plaats van barmhartig en liefdevol.
Luisteren naar de profeten
In de adventstijd staan we dit jaar stil bij belangrijke profeten uit de Bijbel en wat zij te zeggen hebben als het gaat om hoop en verwachting. We horen over Zacharia, Micha, Jesaja en Johannes de Doper. Misschien dat zij ons de weg kunnen wijzen als het gaat om profetisch spreken in deze tijd, zo dacht ik bij mezelf. Misschien dat het helpt om naar hen te luisteren. Maar in eerste instantie leek ik bedrogen uit te komen. Vanuit de profetenmond klinken namelijk harde woorden. Harde woorden over wat wij mensen steeds weer van de wereld maken, omdat we niet kiezen voor gastvrijheid en liefde, maar voor eigenbelang. En omdat we leiders kiezen die harde woorden spreken en angst zaaien om daarmee anderen af te schrikken. Door anderen buiten te houden beloven ze de eigen groep te beschermen. Maar zo werkt het niet. Zo kan de wereld niet tot bloei komen. Johannes de Doper spreekt over addergebroed en de bijl aan de wortel…
Groene twijg in de winter
Maar gelukkig is het niet alleen onheil wat er uit de mond van de profeten komt. De profeet Jesaja vertelt hoe uit een boom waar alleen nog een stronk van over is een nieuwe loot groeit. En we worden opgeroepen naar de vijgenboom te kijken. De eerste tere vijgenbladeren die zich openvouwen op de dode tak, wijzen op een zomer die onverzettelijk komt. Anselm Grün schrijft daarover ‘Juist daar, waar ik mislukt ben, waar iets in mij afgesneden is, waar een weg doodloopt, schenken de woorden van de profeten en de geboorte van Christus het geloof, dat er iets nieuws in mij ontspringt, dat er iets in mij groeit dat authentieker en mooier wordt dan alles wat voorafging.’ Een roos die ontluikt uit barre wintergrond.
In mijn eigen tuin
Het zijn mooie woorden die moed en hoop geven om juist in deze tijd te blijven geloven in Gods boodschap van gastvrijheid en liefde. En mijn tuin helpt me daarbij. Ik zie hoe in de achtertuin de fuchsia nog dapper standhoudt en in de voortuin heeft een klein wondertje plaatsgevonden. Lasse had er deze zomer een kleine rozenstruik gepland. Hij bloeide mooi, maar deze herfst kreeg hij het lastig. Na de dienst van Allerzielen kreeg Lasse van Rein de overgebleven rozenvoeding die bij de bloemen hoorden. Samen met wat water werd de voeding door Lasse aan de rozenstruik gegeven. Ik had er weinig fiducie in, maar het wonder is geschied. Drie weken later is er een roos ontloken uit barre novembergrond!
Ds. Bertjan van de Lagemaat