Elke twee maanden wordt voor Kerknieuws iemand geïnterviewd die op de een of andere manier betrokken is bij de Nederlandse Kerk. Deze keer is Ajal Notowicz geïnterviewd. Ajal is al enkele jaren trustee en technisch voorzitter van het Dutch Centre dat dit najaar haar 10-jarig bestaan viert. Een goede reden om hem te interviewen voor In Focus.
Waar kom je vandaan en hoe ben je in Londen terecht gekomen?
Ik ben geboren en getogen in Den Haag. Toen ik besloot rechten te gaan studeren, lag het dan ook voor de hand dat ik naar Leiden zou gaan. Maar mij leek Amsterdam een stuk aantrekkelijker. Ik heb uiteindelijk in Amsterdam, Nijmegen en New York gestudeerd. Na een paar jaar als advocaat in Amsterdam gewerkt te hebben, kwam ik mijn huidige vrouw tegen, in Spanje. Zij is Brits en woonde in Londen. Na een jaar heen en weer reizen tussen Amsterdam en Londen, in de nasleep van 11 september, besloot ik naar Londen te verhuizen. The rest is history, zoals ze hier zeggen.
Hoe kijk je naar de rol van de Nederlandse Kerk in Londen?
Voor mij heeft de Nederlandse Kerk in Londen verschillende, ook persoonlijke, dimensies. In de eerste plaats spreekt het feit dat de Kerk is opgericht door vluchtelingen mij aan. Ik besta bij de gratie van het feit dat mijn grootouders als vluchtelingen een veilig huis vonden, eerst op de vlucht voor de pogroms in Oost-Europa en later voor de Nazi’s. Daarnaast vind ik het interessant om te zien hoe geloofsgemeenschappen zoals de Nederlandse Kerk, in een tijd van secularisatie, ontzuiling en sociale media, hun stinkende best doen om relevant te blijven, ook voor de jongere generaties. Ik ben zelf betrokken bij de Joodse gemeenschap in het Verenigd Koninkrijk en Nederland, en zie daar vergelijkbare uitdagingen. Ik werk om de hoek van de Kerk, in de City van Londen, en loop dan ook regelmatig langs. Het feit dat een Nederlandse institutie met veel historie op zo’n prominente locatie staat vervult mij met trots. Als ik collega’s vertel over het Dutch Centre en de Kerk, zijn ze altijd verbaasd. Er is nog veel onontgonnen terrein in de City. En wanneer ik de bestuursvergadering van het Dutch Centre mag voorzitten in de prachtige bibliotheek van de Kerk, omringd door eeuwenoude boeken, voel ik de hand van de geschiedenis op mijn schouders.
Toen het Dutch Centre tien jaar geleden begon, was het heel spannend of het een succes zou worden. Inmiddels staat er een stevige organisatie. Waar ben jij het meest trots op?
Ik denk dat het Dutch Centre na 10 jaar zijn bestaansrecht bewezen heeft. Dat zie je bijvoorbeeld aan de bijzondere relatie met de Nederlandse Ambassade. Wij zien hen als een belangrijke steunpilaar en zij zien ons als een volwaardige partner in de publieksdiplomatie en organisatie van evenementen met een Nederlandse culturele invalshoek in het Verenigd Koninkrijk. Ik ben trots op de actieve groep trustees en vrijwilligers die zich inzetten voor het Dutch Centre. We hebben de afgelopen jaren hard gewerkt aan de professionalisering van de governance. We blijven goed kijken naar de aanwezige en ontbrekende vaardigheden binnen de organisatie. We hebben soms stevige inhoudelijke discussies, maar als het erop aankomt staan de neuzen dezelfde kant uit. Vorig jaar hebben we de Nederlandse City Lunches overgenomen. De NCL is een bekende naam in Londen, maar leidde de afgelopen jaren een zieltogend bestaan. Wij blazen nu nieuw leven in de NCL. Komt dat zien!
Na tien jaar kijkt het Dutch Centre ook vooruit, wat zie je als jullie belangrijkste uitdaging en hoe zie je de samenwerking met de Dutch Church?
We moeten niet op onze lauweren rusten. In de eerste plaats betekent dat een nieuwe slag maken in de stabiliteit van de organisatie. We organiseren prachtige events, maar die hangen voor een groot deel op een kleine groep enthousiaste mensen, vooral vrijwilligers. Ook bestuurlijk is er krapte. Bij de voorzittersrol hebben we het opgelost met een duo-baan: Anton Valk heeft nu de formele voorzittersrol, met een focus op de externe representatie, terwijl ik de vergaderingen voorzit. Dat werkt naar tevredenheid, maar op lange termijn is het niet ideaal. Daarom zoeken we naar meer mensen die willen helpen. Verder moeten we hard werken aan de financiering van de events. Als lezers van ‘In Focus’ suggesties hebben voor sponsors, fondsen of subsidiegevers, neem dan vooral contact op. Brexit en Covid hebben hun sporen achtergelaten: na Brexit zijn er minder Nederlanders in Londen en post-Covid werken er meer mensen thuis. Het is een uitdaging om de mensen terug te halen naar onze events, zeker in dit bijzondere jubileumjaar. Jullie, als lezers, zijn van harte welkom bij het schitterende en gevarieerde programma dat onze business manager Daphna Plaschkes en haar team hebben gepland voor ons jubileumfestival.
We blijven graag gebruik maken van de prachtige ruimtes in de Kerk. De banden tussen de Kerk en het Dutch Centre zullen hecht blijven. Ik zie het zo: de Kerk is de ouder van het Dutch Centre. Nu het Dutch Centre zijn tienerjaren tegemoet gaat, wordt hij zelfstandiger, soms eigenwijzer, bij het vinden van zijn weg in de wereld. Maar het kind weet dat de ouder er altijd zal zijn om hem of haar, waar nodig, met raad en daad bij te staan.
Ajal Notowicz werd geϊnterviewd door Bertjan van de Lagemaat