Elke twee maanden wordt voor Kerknieuws iemand geïnterviewd die op de een of andere manier betrokken is bij de Nederlandse Kerk. Deze keer is Kitty Geertsma geïnterviewd.
Waar kom je vandaan en hoe ben je in Londen terechtgekomen?
Ik ben opgegroeid in het Friese dorp Hoornsterzwaag vlakbij Heerenveen. We waren met vijf kinderen thuis. Ik had een oudere broer en zus, een tweelingzus en een jongere broer. Zij zijn inmiddels allemaal overleden, maar ik heb nog wel contact met hun kinderen. Mijn ouders hadden een klein boerderijtje. We hadden het thuis niet breed, maar we hadden het wel heel goed samen. Met vijf jaar ging ik naar school en op mijn dertiende brak de oorlog uit. Daardoor heb ik nooit mijn school kunnen afmaken. Aan het eind van de oorlog kreeg ik een baantje op het gemeentehuis, maar dat hield na de oorlog op. Ik ging toen helpen bij mensen in huis. Zo ging dat in die tijd. Ik kwam op een gegeven moment te werken in Huize Spaar en Hout in Haarlem als kamermeisje voor meneer Droogleever Fortuyn. Hij had in Parijs gewoond en stimuleerde mij om de stap naar het buitenland te wagen. Ik ging naar Engelse conversatieles en hij hielp me bij het schrijven van brieven. Zo kwam ik in 1952 als mother’s help terecht bij een Joods gezin in Stamford Hill die een kapperszaak hadden.
Een avontuurlijke stap en je bent hier altijd gebleven. Nu dus al zeventig jaar, een Platina jubileum net als de koningin! Hoe ging het voor jou verder?
Na het oppaswerk kreeg ik via een tip van de ambassade een baan in het ziekenhuis. Ik werd receptioniste en kwam vervolgens terecht op het administratief kantoor van de ziekenhuisapotheek. Daar begon ik als certificate clerk en eindigde zo’n 30 jaar later als clerical officemanager. In die eerste jaren had ik een vriendin die ook uit Nederland kwam. Met haar ging ik samen op kamers wonen. In die tijd mocht je de eerste vier jaar nog niet op jezelf wonen als nieuwkomer in het VK. Het was heel gezellig. Zij was heel avontuurlijk en had een bromfiets. Ik heb ook mijn examen gedaan en nadat ik dat in één keer gehaald had, trokken we er samen met de bromfiets op uit. Omstebeurt achterop, want achterop hoefde je niet op de weg te letten en had je tijd om goed om je heen te kijken. Toen mijn vriendin een partner kreeg en ging trouwen, ben ik naar Holly Lodge verhuisd, bovenaan de heuvel van Parliament Hill. Dat waren appartementen voor single women. Je had je eigen kamer en keuken, maar moest badkamer en toilet delen. Ik was er heel gelukkig, maar op een gegeven moment moesten de appartementen verbouwd worden, zodat iedereen zijn eigen faciliteiten kreeg. Ik heb toen mijn huidige huis gekregen hier aan de voet van Parliament Hill. Ook een mooi plekje. Als ik naar buiten kijk, is er veel te zien. Mensen die wandelen in het park, kinderen die aan het spelen zijn en het openluchtzwembad is het hele jaar open. Ik vind dat wel fijn.
Je hebt nooit besloten om naar Nederland terug te gaan. Dat had met werk te maken, maar volgens mij ook, omdat je buiten je werk goed je weg vond en actief was.
Ik ben heel lang actief geweest bij een leuke wandelclub, the Homeland Ramblers, Er werden door het jaar heen op allerlei mooie plekken wandelingen georganiseerd en het was ook heel gezellig. Ik werd op een gegeven moment ook voor het bestuur gevraagd. Na mijn pensioen ben ik ook lid geworden van een scooterclub. Ik had zo’n Italiaanse scooter en daarmee trokken we er op uit. Het waren mooie vakanties met de scooterclub. Ik heb er veel plezier gehad. Dat lukt nu natuurlijk niet meer. Ik ben net 95 jaar geworden en de club bestaat ook niet meer. Ik ben wel altijd bezig gebleven en ben altijd in van alles geïnteresseerd.
Je bent nu ook nog een actieve bezoeker van de kerkdiensten. Je bent een van onze meest trouwe kerkgangers.
Dat klopt. Ik ben eigenlijk nog nooit zoveel naar de kerk gegaan als nu. Mijn ouders waren wel gelovig, maar gingen niet naar de kerk. We kregen op school godsdienstles, maar daar begreep ik niet zoveel van. Toen ik net in Engeland was, ging ik wel eens met een paar vriendinnen naar de kerk via de YMCA. Nadat ik mijn vriend Peter had leren kennen, die Rooms Katholiek was, ben ik er meer over gaan nadenken. Ik heb me 22 jaar geleden laten dopen. Peter is twee jaar geleden overleden. Naar de kerk gaan is een beetje een uitje voor mij. Ik heb verder niet meer zo heel veel te doen. Ik word met de taxi gebracht en opgehaald. Ik vind het heel fijn. Ik voel me welkom en ik vind het fijn om te helpen. Dat doe ik met het klaarmaken voor verzending van Kerknieuws.
Kitty Geertsma werd geïnterviewd door Bertjan van de Lagemaat