Elke twee maanden wordt voor Kerknieuws iemand geïnterviewd die op de een of andere manier betrokken is bij de Nederlandse Kerk. Deze keer is Wilma Colombo geïnterviewd. Zij is al heel lang betrokken bij onze gemeenschap en is momenteel lid van de diaconie en betrokken bij de literatuurgroep.
Waar kom je vandaan en hoe ben je in Londen terecht gekomen?
Ik ben geboren in Schalkhaar, gemeente Diepenveen. Toen ik 5 jaar was zijn we verhuisd naar Den Haag vanwege het werk van mijn vader. Hij werkte in de psychiatrie. Op mijn 14e zijn we weer verhuisd naar Bussum, waar mijn broer en zus nog wonen. In 1975 kwam ik naar Londen. Voor het avontuur en om goed Engels te leren. Ik was au-pair bij een familie met drie kinderen. Na de Londense tijd zou ik naar Parijs gaan om Frans te studeren, maar had ondertussen mijn man ontmoet die Argentijn is. We zijn in 1978 getrouwd en samen besloten we om hier in Londen te blijven. We hebben toen een eigen zaak opgezet en een goed leven opgebouwd. Wij hebben twee dochters en twee kleinkinderen. We zijn dankbaar dat het allemaal goed is gegaan en hebben altijd met plezier hier in Londen gewoond. Ik ga nog regelmatig naar Nederland en ook gaan we meestal een of twee keer per jaar naar Argentinië.
Wat is de betekenis van de Nederlandse Kerk voor jou?
Ik ben kerkelijk opgevoed, maar vanaf mijn tienerjaren had ik niet meer zoveel zin om naar de kerk te gaan en was ik niet meer echt betrokken bij de kerk. Dat veranderde toen mijn moeder na een zware lijdensweg overleed, nu 38 jaar geleden. Mijn moeder had een sterk geloof en een groot vertrouwen op God. Door wat ik bij haar zag, besefte ik dat het geloof veel troost en steun kan geven. Ik kwam er in diezelfde tijd ook toevallig achter dat er een Nederlandse kerk hier in Londen was. Het was vanaf het begin fijn om onder Nederlanders te zijn en het vertrouwde van naar de kerk gaan weer terug te vinden. Ik houd van de rituelen van de kerk, de gemeenschap, de gebeden en het samenkomen op een plek om rust en bezinning te vinden. Als ik een tijdje niet ben geweest en dan weer een dienst meemaak dan voel ik alsof ik er weer attent op wordt gemaakt om niet zo zelfzuchtig door het leven te gaan.
Het jaarthema is dit jaar Aan Tafel! De familie van jouw man Eduardo komt uit Argentinië. Jullie zijn daar met regelmaat en volgens mij speelt daar het aan tafel gaan een belangrijke rol in de ontmoeting. Kun je daar iets over vertellen?
Voor de Argentijnen is het inderdaad belangrijk om als familie regelmatig bij elkaar te komen. Er zijn veel sociale problemen maar het samenkomen voor een Asado BBQ is niet weg te denken. De kosten worden gedeeld. In openbare parken staan vastgenagelde stenen BBQ’s en mensen die bijvoorbeeld op een flat wonen of thuis geen rook of rommel willen, kunnen daar terecht om met de hele familie samen te eten. Iedereen brengt wat mee, een salade, drank naar keus, brood etc. Het is een informele aangelegenheid en heel gezellig. Ook vrienden kunnen aanschuiven en eigen etenswaar meebrengen. Met Eduardo’s familie in Gualeguaychu zijn we al gauw met 18-20 mensen en komen we zeker een keer per week samen om iets te vieren.
Ook in Londen ging je samen aan tafel met de Tooting-groep. Hoe werkte dat en wat zouden we daarvan mee kunnen nemen als we in het komend jaar een serie tafelgesprekken organiseren?
Ongeveer achttien jaar geleden realiseerden we ons dat een aantal mensen uit onze gemeente in en rond Balham/Tooting woonden. Toen kregen we het idee om een avondje bij elkaar te komen. Ook de partners kwamen mee en omdat sommigen geen Nederlands spraken was de voertaal Engels. Dat was succesvol. Daarna hebben we het vaker georganiseerd, om de beurt bij een andere deelnemer thuis. We waren soms wel met tien of twaalf mensen. We aten een maaltijd samen, meestal bereidde de ‘host’ het hoofdgerecht voor en de anderen brachten een voorgerecht, nagerecht en drank mee. Er was een onderwerp/thema als gesprek. Het werkte omdat we bij elkaar in de buurt woonden, sommigen kwamen met de fiets. Het zou zeker weer opgezet kunnen worden op eenzelfde soort manier. Wellicht een aantal keer per jaar.
Wilma Duits Colombo werd geïnterviewd door Bertjan van de Lagemaat