Column – The spirit of Amsterdam

The spirit of Amsterdam

Ruim 50 jaar geleden was ik actief in de studentenbeweging. Wij droomden niet alleen van een andere, betere wereld, maar voerden ook actie om althans een beetje in die richting op te schuiven. Bij een reünie van die activisten 25 jaar later bleek, dat we wel ouder en soms ook wijzer waren geworden, maar lang niet allemaal onze dromen hadden verloren. Zo vertelde een psycholoog die bij een stedenbouwkundig bureau werkte, hoe daar hard werd nagedacht over wat een nieuwe stadswijk nou tot een levende buurt maakt. Dat kwam niet alleen door de huizen en straten en pleinen en openbare gebouwen, maar ging ook en vooral om – ja, om wat? Sfeer, mentaliteit, verbondenheid èn vrijheid; maar dat was het niet helemaal. ‘Jullie proberen opnieuw God uit te vinden’, zei ik vrolijk. En hij lachte me al even vrolijk uit. Maar hij sprak me niet tegen.

Daar moest ik vorig jaar, weer dertig jaar later, aan denken bij het festival The Spirit of Amsterdam. In het laatste weekend van november vonden in zo’n veertig kerken, moskeeën, synagoges en een boeddhistische tempel meer dan zeventig voorstellingen, manifestaties en exposities plaats. Er was een soefisch ritueel in een moskee, een debat over de betekenis van vluchtelingen voor Amsterdam in de doopsgezinde kerk, een voorstelling die de fragiliteit van het leven weerspiegelt in de kapel van een ziekenhuis, maar ook een cabaretvoorstelling met ‘keihard vrijuit twijfelen’. En in de meest orthodox protestantse kerk in het centrum was er een ‘zinderende voorstelling om de liefde tussen mensen lichamelijk te vieren’ aan de hand van het bijbelboek Hooglied.

Het festival werd gehouden in het kader van 750 jaar Amsterdam. Dat jubileum viert de stad een jaar lang. The Spirit of Amsterdam ging daarbij op zoek naar wat deze stad nu eigenlijk maakt tot wat ze is, en zocht dat net als mijn psycholoog van dertig jaar geleden niet in mooie gebouwen met een rijke geschiedenis. Die werden wel benut. Maar het ging om wat er in die gebouwen gebeurde. Aansluiting bij de traditie gingen daarbij hand in hand met nieuwe, grensverleggende vormen en ideeën. Doel was ook niet allereerst vermaak of een vlucht uit de werkelijkheid, maar een aanzet om die te veranderen – meer naastenliefde, compassie en kwetsbaarheid om een hechtere gemeenschap te worden.

Of dat lukt, moet blijken. In ieder geval is het festival er dit jaar weer.

Eddy Reefhuis, consulent Nederlandse Kerk, London