In Focus: Liesbeth Knook

Elke twee maanden wordt voor Kerknieuws iemand geïnterviewd die op de een of andere manier betrokken is bij de Nederlandse Kerk. Deze keer is Liesbeth Knook geïnterviewd. Liesbeth is inmiddels al meer dan 11 jaar voorzitter van de kerkeraad en zal binnenkort het stokje overdragen. Maar niet voor het vieren van ons 475-jarig jubileum.

Je behoort tot een selecte groep van Nederlanders die niet of maar heel kort in Nederland hebben gewoond. Waar kom je vandaan en hoe is jouw geschiedenis met de Nederlandse Kerk in Londen verweven geraakt?
Ik heb maar voor een korte periode in Nederland gewoond voordat we naar Engeland zijn verhuisd toen ik vier jaar oud was. Van die tijd in Nederland kan ik me niet veel herinneren. Ik geloof dat mijn ouders pas voor de eerste keer naar de Nederlandse Kerk in Londen zijn gegaan in het begin van de jaren ‘70, toen dominee Tuininga predikant was in Londen. Een paar jaar later, toen Maarten den Dulk in 1974 kwam, begonnen we regelmatig naar de kerk te komen. In 1977 werd mijn vader lid van de kerkeraad en mijn moeder voelde zich door Maarten geïnspireerd om een aantal stukjes voor Kerknieuws te schrijven. Het enthousiasme van Maarten heeft mij geïnspireerd om in 1978 gedoopt te worden en belijdenis te doen. In die tijd heb ik ook vaak bij de kinderkerk geholpen.

Je zou kunnen zeggen dat de familie Knook de Nederlandse Kerk in Londen de laatste decennia kleur heeft gegeven. Jouw vader Kees was lang actief in de kerkeraad en de laatste 11 jaar ben jij kerkeraadslid geweest. Wat betekent de Nederlandse Kerk voor jou? En zie je verschillen tussen nu en de kerk waarin je vader actief was?
De Nederlandse Kerk heeft veel betekenis voor mij, zoals al deels verteld. In 1993 heeft Henk van Waveren, samen met een Italiaanse priester, mijn trouwdienst in de Nederlandse Kerk geleid. Mijn vader heeft de liturgie voor de dienst gemaakt, een heldentaak want het was in drie talen: Nederlands, Engels en Italiaans. Na vijftien jaar wonen in Italië zijn we naar Engeland verhuisd met mijn zoon die toen vier was. Vooral tijdens en na mijn scheiding ben ik weer naar de Nederlandse Kerk gekomen en dat voelde direct als thuis aan.

Er is natuurlijk veel veranderd in de tussentijd. Toen mijn vader begon moest de kerkeraad voor het avondmaal jacquet dragen. De kerkeraad zat voorin de kerk in een aparte bank met een deurtje dat op slot kon!  Na de dienst zaten ze aan een aparte tafel voor de koffie. Ook duurden de vergaderingen (tot ergernis van mijn vader) tot diep in de nacht. Dat was toen ik begon al heel anders. En in de laatste periode heeft de Covid tijd natuurlijk veel noodgedwongen veranderingen teweeggebracht, zoals dat diensten live uitgezonden worden, maar ook het feit dat we online kunnen vergaderen, wat vooral ook de consulenten meer betrokkenheid heeft gegeven.

In jouw periode als voorzitter van de kerkeraad is er, na een bestuurlijk roerige tijd, veel in beweging gezet. Het Dutch Centre ontstond en is opgebloeid, het eerste same-sex marriage werd in onze kerk gesloten, we moesten omgaan met Brexit en Covid, we werden als kerk gastheer van het Koningsdagfeest en we werken al een tijd toe naar ons jubileumfeest in juli. Waar kijk je met trots op terug en wat was je grootste uitdaging?
Alhoewel ik natuurlijk met trots naar deze gebeurtenissen kijk, zijn ze bijna allemaal door anderen in gang gezet en kan ik er geen krediet voor opeisen! Je voorgangers hadden het idee van het Dutch Centre en same-sex marriage kwam onder Joost Röselaers tot stand. Dat Koningsdag zo’n enorm feest is geworden is vooral aan jou, Bertjan, te danken. En aan het jubileum wordt vooral ook veel door jou, het comité, David Titterington, George en Rein gewerkt. De grootste uitdaging blijft om kerkeraadsleden te vinden, maar ik heb vol vertrouwen dat ik het nu in goede handen achterlaat.

Met ons jubileum kijken we niet alleen terug, maar ook vooruit. Het jubileum geeft hopelijk inspiratie en stimulans op weg naar ons 500-jarig bestaan in 2050. Wat laat je straks achter als bruikbare bagage op die weg en wat is jouw toekomstwens voor onze kerk?
In de laatste 11 jaren heb ik geprobeerd structuren op te zetten, waarop de kerkeraad kan blijven voortbouwen. Ik heb alle contracten en onze policies herzien en bijgewerkt en ervoor gezorgd dat alles online en toegankelijk is voor de kerkeraad.

Mijn toekomstwens voor de kerk is vooral dat mensen blijven komen. We beleven ‘kerk zijn’ nu ook op veel andere manieren en, dankzij het Dutch Centre, Koningsdag en alle andere initiatieven, blijven wel veel mensen in het gebouw samenkomen, ook al komen ze misschien minder vaak op zondag naar de dienst. Maar met zo’n belangrijke geschiedenis moeten we een plek voor inspiratie in het hartje van Londen blijven!

Liesbeth Knook werd geϊnterviewd door Bertjan van de Lagemaat